Bevalling
Hieronder geven we een korte beschrijving van de fasen van de bevalling en de daarbij aanwezige hormonen. Elke bevalling verloopt anders en vooraf is het niet te voorspellen hoe dit precies zal gaan.
Start van de bevalling
De bevalling kan op twee manieren beginnen: met weeën en met het breken van de vliezen.
Weeën
De kans is het grootst dat de bevalling begint met weeën. Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoeder. Tijdens de ontsluitingsfase van de bevalling zorgen de weeën ervoor dat de baarmoedermond opengaat. De ontsluitingsfase begint met de latente fase. Hierbij zijn de weeën nog niet zo krachtig en wat onregelmatig. In deze fase is het goed om afleiding te zoeken. Door het hormoon oxytocine worden de weeën krachtiger en frequenter. Als je merkt dat de weeën sterker worden dan zal je je meer gaan focussen op jezelf en je ademhaling. Door te ontspannen wordt het hormoon endorfine aangemaakt wat maakt dat je wat suf of slaperig kan zijn en je in je eigen ‘bubbel’ komt. Hierdoor kan je de pijn van de weeën beter aan en komt het het hormoon oxytocine ten goede.
Als de ontsluiting vordert worden de weeën sterker en komen deze frequenter. Je komt dan in de actieve fase van de bevalling.
Breken van de vliezen
Eén op de tien bevallingen begint met het breken van de vliezen. Als de vliezen breken verlies je ongecontroleerd ruim vocht. Het is niet zoals in een film dat je in een grote plas water staat nadat de vliezen zijn gebroken, maar je moet er wel een maandverband voor in doen en deze binnen korte tijd weer vervangen omdat deze vol is. Nadat de vliezen zijn gebroken is het afwachten of de weeën op gang komen. 60% van de vrouwen bevalt binnen 24 uur.
Tips voor het opvangen van de weeën:
- Zorg dat je op een plek bent waar jij je goed en ontspannen voelt.
- Verander van houding.
- Zoek warmte op (douche, kruik, bad).
- Laat je rug, nek, benen, voeten masseren.
- Adem rustig en naar je buik toe.
- Leg de focus op de pauzes. De weeën duren korter dan de pauzes, dus probeer daar ook de nadruk op te leggen en te ‘genieten’ van de rust tussendoor.
Ontsluitingsfase
In de zwangerschap bespreken we met jullie wanneer je ons belt. Als de bevalling op gang is, komen we bij je thuis langs. We observeren je en geven eventueel tips om de weeën op te kunnen vangen. We voeren ook controles uit: je bloeddruk meten, naar het hartje van de baby luisteren en een inwendig onderzoek doen om te kijken of en hoeveel ontsluiting er is.
Aan de hand van de uitkomsten van deze onderzoeken én jouw wensen maken we samen een plan hoe we verder gaan.
Het kan zijn dat we bij je blijven of dat we een tijd afspreken dat we (zonder eerder bericht) bij je terug zijn of naar het ziekenhuis gaan voor een poliklinische bevalling. Tijdens de zwangerschap hebben we jullie voorkeuren hierin al besproken. Zie pagina ‘geboorteplan’.
Een gemiddelde eerste bevalling duurt 10-15 uur. Gemiddeld gaat de ontsluiting 1 cm per uur vooruit. Hoe lang de bevalling duurt is van veel verschillende dingen afhankelijk. Bijvoorbeeld door de kracht van de weeën, hoeveelste bevalling het is en hoe goed je kan ontspannen.
Badbevalling
Wij begeleiden ook badbevallingen. Het warme water werkt vaak ontspannend en pijnstillend, wat de aanmaak van het hormoon endorfine stimuleert. Deze natuurlijke pijnstiller is gunstig voor de snelheid van de bevalling. In bad kan je je gemakkelijk bewegen, gemakkelijker van houding veranderen en als je wil, kan je zelf je baby aanpakken en naar je borst brengen. Een ander voordeel van bevallen in bad is dat de kans op inscheuren kleiner is: het warme water zorgt ervoor dat het weefsel van het perineum goed doorbloed is. We hebben drie bevalbaden te huur. Mocht je hier interesse in hebben geef het dan tijdig aan. Je krijgt dan het bad rond 37 weken zwangerschap mee en het blijft bij jou tot na de bevalling.
Uitdrijvingsfase
Als je tien centimeter ontsluiting hebt, kom je in de volgende fase van de bevalling: de uitdrijvingsfase. Je merkt dit zelf ook: je zal persdrang krijgen. De baby drukt meer naar beneden wat maakt dat je het gevoel krijgt dat je moet poepen. In de uitdrijvingsfase mag je actief mee gaan persen. Tijdens de wee duw je mee om de baby naar beneden te krijgen. Tussen de weeën kun je wat uitrusten en kom je weer op kracht voor de volgende wee.
Je kan zelf kiezen in welke houding je gaat persen. Dit kan bijvoorbeeld op de baarkruk, op handen en knieën, op je zij in bed of liggend op je rug. Vaak is het op dat moment kijken wat het beste aanvoelt en het effectiefst is.
De uitdrijvingsfase duurt bij een eerste kind vaak langer dan bij een volgend kind. Dit is omdat de weg naar beneden nog gebaand moet worden. De uitdrijving duurt bij een eerste bevalling gemiddeld één tot twee uur. Bij een volgend kind gaat dit vaak sneller, gemiddeld binnen een half uur.
Na de geboorte
Nadat de baby is geboren doen we vaak letterlijk een stapje achteruit. Als alles goed gaat met de baby en met jou, dan willen we jullie graag rustig kennis met elkaar laten maken: genieten van dit bijzondere moment en je welverdiende rust. Natuurlijk houden we in de gaten of het goed blijft gaan met jullie. Zo bepalen we onder andere de ‘Apgar-score’ van je baby. Hierbij letten we op hartfrequentie, ademhaling, spierspanning, reactie op prikkels en kleur. De scores liggen tussen 0 en 10.
Als de navelstreng is uitgeklopt, vragen we wie de navelstreng wil doorknippen. Je kan zelf kiezen of je een navelklem of cordring wil laten plaatsen. Dit bespreken we vooraf op het spreekuur.
Na de geboorte kom je in de volgende fase van de bevalling: het nageboortetijdperk.
In deze fase wordt de placenta geboren. Dit willen we graag binnen één uur na de geboorte van je baby. Na de geboorte van de placenta controleren we of deze compleet is en vragen we of je deze wil zien. Hierna mag je zelf bepalen wat je met de placenta wil: bewaren of weggooien.
In deze periode ligt de baby, als alles goed gaat natuurlijk, bij jou op de borst. Als je borstvoeding wil geven, kijken we of hij/zij binnen één uur na de geboorte bij je wil drinken
Controles na de geboorte
Na dit alles controleren we of je gehecht moet worden. Mocht dit nodig zijn, kunnen we je verdoven.
Daarnaast kijken we je baby na. Zo controleren we of lichamelijk alles aanwezig en in orde is. Ook checken we verschillende reflexen. En natuurlijk wegen en meten we je baby. Verder meten we de temperatuur en als je hier mee instemt, geven we vitamine K (voor goede bloedstolling).
Jij krijgt hierna lekker wat te eten en als je er klaar voor bent, kan je douchen. Hierna start je kraambed. In je kraambed bespreken we uitgebreid je bevalling en beantwoorden we, als die er zijn, je vragen.